Achter de - financiële - schermen van natuurinclusieve bedrijven

In het voorjaar 2017 heeft Kees Water, bedrijfsadviseur bij het adviesbureau Ekopart, in opdracht van Vogelbescherming Nederland, acht natuurinclusieve melkveebedrijven financieel geanalyseerd. De diversiteit in de groep melkveehouders was groot: er was een selectie van grote en kleine bedrijven; intensief en extensief; gangbaar, biologisch en biodynamisch.

Wat de bedrijven met elkaar in gemeen hebben is de mate van natuurmaatregelen en natuurresultaten op het bedrijf. Ze scoren alle acht bovengemiddeld goed op de aanwezigheid van weidevogels en andere boerenlandvogels. De acht boeren zijn willekeurig geselecteerd en bevinden zich zowel binnen als buiten het netwerk weidevogelboeren van Vogelbescherming.

Aan de hand van boekhoudrapporten (2015) van de bedrijven zijn opbrengsten en kosten op een rij gezet en is per bedrijf een profiel gemaakt van hun technische en bedrijfseconomische resultaten. Hieronder een overzichtstabel van de gemiddelde financiële en technische kengetallen van de 8 bedrijven (boekjaar 2015).

De productieniveaus liepen sterk uiteen, van 5.870 tot 8.578 liter/koe/jaar, resulterende in een gemiddelde productie van 7.077 liter/koe. Ook het aantal grootvee eenheden/ha was divers, uiteenlopend van 1,1 tot 2,7 Gve/ha. Deze kengetallen tonen een grote diversiteit in intensiviteit. Alle acht de melkveehouders, zowel met een lage als een relatieve hoge veebezettingsgraad (2 – 2.7 Gve/ha), leveren uitstekende natuurprestaties.

Dit bevestigt het beeld van Vogelbescherming dat kwalitatief hoog weidevogelbeheer hand in hand kan gaan met een hoge veebezetting, mits de noodzakelijke aanpassingen in het management (zie ook de thema’s grassen en kruiden, bemesting en water). Het boeren met een hoge(re) veebezettingsgraad (> 2.0) is mogelijk doch risicovol, wanneer we kijken naar natuurbehoud en het in stand houden van gezonde weidevogelpopulaties.

Vogelbescherming adviseert een maximale veebezetting van 1,5 Gve/ha in het broedseizoen (tot 1 juli). Ook in diverse ANLb pakketten is een veebezetting van 1,5 Gve/ha opgenomen, waarbij geldt dat er niet of alleen voorbeweid wordt met 1,5 Gve/ha.

Naast de uiteenlopende productieniveaus valt ook het productieresultaat op (gemiddeld 22,9 cent/liter. Het productieresultaat is het saldo van het bedrijf min de niet toegerekende kosten. Het productieresultaat van de acht natuurinclusieve boeren is relatief hoog, vergelijk het bijvoorbeeld eens met het gemiddelde productieresultaat van een grote groep biologische melkveehouders (productieresultaat 17,4 cent/liter, Ekoland, januari 2017: "Is de biotoeslag wel toereikend?" pagina 50). 

Eén van de ontwikkelingsrichtingen van melkveehouders is het houden van meer vee, maar wel biologisch en/of natuurinclusief (lees ook boodschap b en c). We zien hiernaast veel boeren in Nederland die een ander pad betreden en verbreding als ontwikkelingsrichting kiezen. Deze boeren zijn inventief in het zoeken en vinden van nieuwe verdienmodellen die verbreding bieden.

Deze groep richt niet alleen op het inkomen uit de melkprijs, maar op kwaliteit, educatie of eigen verkoop. De verbreding kan vele redenen hebben, één daarvan is het compenseren van eventuele productieverliezen die een extensievere manier van vee houden met zich meebrengt. Op hoofdlijnen onderscheiden wij 4 bedrijfsstrategieën om te kunnen boeren met natuur op een extensieve manier. Lees verder bij boodschap e en f

spacer
spacer

Foto’s

spacer

Heeft u vragen?
Neem contact met ons op

Vogelbescherming gaat zorgvuldig om met uw gegevens. Wij gebruiken ze om u te informeren over ons werk, onze producten en voor marketingdoeleinden. Als u daar bezwaar tegen hebt, kunt u dat aangeven via info@vogelbescherming.nl . Klik hier voor meer informatie over privacy
spacer