Hoe en hoe hoog
De basis voor goed weidevogelbeheer is een zo natuurlijk mogelijk en vooral hoog waterpeil in de sloten. Dat kan goed met een tijdelijk weidevogelpeil in maanden april, mei en juni tot 15 juli. Dat kan door het plaatsen van (tijdelijke) pendammen in combinatie met een zonnepomp of windmolen. Ook het volzetten van dichtgezette greppels is een goede maatregel. Breng het water er vroeg in het voorjaar in; in droge voorjaren al vanaf half april; in nattere jaren vanaf 15 mei (kalender). Na 15 juli kan de oude situatie hersteld worden.
Hoe hoog het peil minimaal moet staan in april en mei (juni)is afhankelijk van de bodemsoort:
- veengrond: 20-25 cm beneden maaiveld
- klei-op-veengrond: 20-35 cm beneden maaiveld
- kleigrond: 20-40 cm beneden maaiveld
‘Zeer kritische’ weidevogelsoorten als watersnip en zomertaling verlangen hogere waterstanden gedurende langere periodes.