1.9 Inrichting en beheer natte dooradering
Boeren, waterschappen en TBO’s staan aan de lat voor landelijke en provinciale doelsoorten in het agrarisch gebied via de collectieven. In Nederland is er een positieve vibe als het gaat om collectieven. Fabrice Ottburg gaat het in zijn presentatie voornamelijk hebben over sloten.
In Nederland is er 300 000 tot 400 000 kilometer sloten in het agrarische landschap. Vaak zijn deze in beheer bij boeren. Het water gaat via plassen en weteringen en komt in sloten uit, dit wordt de natte dooradering genoemd.
Wat zijn de voordelen van het verbeteren van de kwaliteit van sloten?
- Instandhouding biodiversiteit in agrarische gebieden
- Bescherming van soorten en soortgroepen
- Vergroten van het voedselaanbod voor moerasvogels zoals purperreiger en zwarte stern
- Hier wordt uitgegaan van de uitspraak: ‘Geen vis – geen vogels’
- Grotere diversiteit aan flora (oever en waterplanten)
- Meer insecten
- Met name pollinerende insecten, langpootmuggen, dagvlinders, libellen en juffers
- Meer zoogdieren zoals muizen
- Meer amfibieën
- Meer vissen
Wat zijn de problemen voor vissen? Gekeken door de ogen van de poldervis
- Het dempen van de sloten
- Geen goede verbinding tussen sloten
- Het komt voor dat de duikerbuizen te smal zijn, of zelfs boven het wateroppervlak zitten. Dit maakt het onmogelijk voor (grote) vissen om hier doorheen te zwemmen.
- Verandering landgebruik, bijvoorbeeld het switchen naar maïs.
- Dit zet vermesting en verrijking in gang.
- Sloten groeien dicht.
Wat kunnen we doen om de situatie te verbeteren?
- Niet alleen inrichten, maar ook goed blijven beheren. Regelmatig baggeren.
- Stoppen van het uitzetten van exoten
- Karpers woelen de bodem om en eten de eieren en larven van vissen en amfibieën.
- Inmiddels zijn er al zeven exotische rivierkreeftsoorten te vinden in Nederlandse wateren. Vooral Rode Amerikaanse rivierkreeften doen het goed. Deze kreeften eten werkelijk alles op en doen het erg goed in gebaggerde sloten.
Factoren die van belang zijn om polderwater vanuit ecologisch standpunt goed te laten functioneren
- Betere connectiviteit
- Aaneengesloten netwerk tussen verschillende watertypen in polders
- Aparte polderpeilvakjes maken
- Nadeel van de polderpeilvakjes is dat er geen doorstroming meer is.
Oplossingen
- Geïntegreerde aanpak, plan op polder niveau
- Niet als agrariër in je eentje aan de slag gaan maar in samenwerking met andere boeren. Alleen kan je misschien niet veel betekenen maar als je in samenwerking met andere agrariërs je inzet voor de natte dooradering dan kan er een groot verschil worden gemaakt. Dit bestaat helaas nog niet
- Zo kan gezamenlijk worden bepaald waar paai- opgroei- en overwinteringlocaties moeten komen
- Realiseren natuurvriendelijke oevers (NVO’s)
- Samenwerken voor natuurvriendelijke inrichting en beheer
- Niet als agrariër in je eentje aan de slag gaan maar in samenwerking met andere boeren. Alleen kan je misschien niet veel betekenen maar als je in samenwerking met andere agrariërs je inzet voor de natte dooradering dan kan er een groot verschil worden gemaakt. Dit bestaat helaas nog niet
Kaderrichtlijn water
- Vistrappen en vispassages
- Deze bouwwerken worden gebruikt om vissen zich makkelijk te laten verplaatsen tussen verschillende sloten/weteringen/plassen.
Het beeld van Nederland is strak gemaaide kantjes bij de sloten. Wat juist graag gezien wordt zijn boerensloten waar die strakke kantjes niet opgelegd worden. Natuurvriendelijke oevers zijn heel goed voor bijvoorbeeld watersnip. Er zijn wel al heel veel natuurvriendelijke oevers in Nederland maar deze worden niet gemonitord. Vaak alleen voor de aanleg en enkele weken na de aanleg van de
NVO’s.
Een agrariër kan niet altijd alles inrichten voor de KRW, maar er zijn ook andere mogelijkheden zoals slootkruisingen. Is deze erg slikkig, dan is dat erg goed voor stekelbaars. Ook drogere opties met bijvoorbeeld grote lis, hier komen veel libelles op af.
Een andere optie is een dood slooteinde, een sloot die doodloopt. Aan het begin de beplanting dicht laten groeien met een hele kleine opening ertussen. Grote vissoorten kunnen er op die manier niet in. Dit is positief voor kleinere vissoorten, juffers en libellen. De dode slooteindes gefaseerd beheren en blijven schonen anders verlamt de sloot.
Downloaden presentatie VOLGT