Omschakeling naar biologisch
De Nederlandse melkveehouderij kent de afgelopen jaren globaal gezien twee ontwikkelingsrichtingen: intensivering en extensivering. Een derde richting welke een boer kan gaan is stoppen.
Extensivering vraagt om aanpassingen in het economisch rendement. Een extensievere manier van boeren leidt over het algemeen tot een lagere melkproductie per koe en/of hogere kosten. Compensatie van productieverliezen kent vele vormen, één daarvan is een hogere melkprijs. Een manier om deze te verkrijgen is door omschakeling naar een biologische bedrijfsvoering.
De biologische melkveehouderij kent sinds 2016 een explosieve ontwikkeling, onder andere door de scherpe val in de gangbare garantie melkprijzen na het afschaffen van het melkquotum in april 2015. In mei 2016 daalde de melkprijs naar zo’n 25 cent per liter. In het eerste kwartaal van 2016 hadden zo’n 60 melkveehouders zich gemeld bij SKAL voor omschakeling naar een biologische bedrijfsvoering. In de loop van 2016 volgden nog 40 melkveehouders.
Hoe stevig is eigenlijk het verdienmodel van de biologische melkveehouder? In dit artikel (Kees Water, Ekoland, januari 2017: "Is de biotoeslag wel toereikend?" pagina 50) leest u hoe de bio-toeslag in veel gevallen de extra productiekosten kan dekken. Op langere termijn blijkt echter ook dat het gehele bedrijfssysteem zich aanpast aan het extensieve karakter. Neveninkomsten zoals via het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB)- steun en vergoeding voor natuurbeheer blijken dan ook essentieel.